Angsten en fobieën

Bang zijn is heel normaal. Het is een overlevingsmechanisme. Mensen voelen angst als er gevaar dreigt. Angst helpt je om pijn te vermijden of levensbedreigende situaties uit de weg te gaan. In dat opzicht is angst ontzettend nuttig. Maar bang zijn is niet altijd handig.

Soms is angst namelijk niet reëel. Dan ben je bang voor zaken die helemaal niet gevaarlijk zijn (zoals een presentatie houden). Je gevoelens kunnen dan een gelukkig of normaal leven in de weg staan. Angst kan verlammend zijn en is zeker geen aanstellerij.

Waar deze angsten of fobieën vandaan komen, verschilt per persoon. Soms ligt de oorsprong bij een nare ervaring uit het verleden, andere keren is het je aangepraat en soms hangt het samen met psychische of emotionele problemen. Angsten kunnen heel specifiek zijn, zoals wanneer je bang bent voor spinnen, maar het kan ook algemeen zijn als je bang bent gekwetst te worden of om alleen te zijn.

Angsten bestaan in verschillende soorten:

  • Angst voor een dier: je bent bang dat een dier je iets gaat aandoen. Bijvoorbeeld: angst voor spinnen of honden
  • Angst voor natuurverschijnselen, zoals angst voor onweer
  • Angst voor omgevingsverschijnselen, zoals bij hoogtevrees
  • Angst voor concrete situaties: angst om te reizen per vliegtuig of op een snelweg.
  • Claustrofobie: u ervaart paniekgevoelens in gesloten ruimten en u kunt het gevoel hebben dat u gaat stikken
  • Medische angsten: bijvoorbeeld angst voor het ziekenhuis, angst voor injecties of bloed en angst voor de tandarts
  • Angst voor slikken of braken

Om angstgevoelens te bestrijden is het achterhalen van de oorsprong belangrijk. De behandeling kan hier dan op worden aangepast.

De therapieën die toegepast kunnen worden zijn: